Preventie
Zeven van de tien gaatjes in een gebit zijn te voorkomen. Door kinderen en hun ouders te leren hoe je goed moet tandenpoetsen en met eventueel een aanvullende fluoridebehandeling. En toch doen tandartsen in Nederland veel te weinig aan preventie.
· Sander Voormolen
16 februari 2018

Eén gaatje in een tand of kies kost, bekeken over iemands hele leven, rond de 2.000 dollar (1.600 euro). Dat blijkt uit onderzoek van een Amerikaanse verzekeraar. Tegelijk is wetenschappelijk aangetoond dat de meeste gaatjes met relatief simpele methoden te voorkomen zijn. Door kinderen en hun ouders te leren hoe je zorgvuldig moet tandenpoetsen en indien nodig een aanvullende fluoridebehandeling te geven, zijn zeven van de tien gaatjes te voorkomen.
En toch doen tandartsen in Nederland veel te weinig aan preventie.
Goedbedoelde, maar kleinschalige projecten als ‘Trammelant in tandenland’, ‘Hou je mond gezond’, ‘Toothcamp’ en ‘Tandje Extra’ zetten te weinig zoden aan de dijk. Zulke preventieinitiatieven worden pas een succes als bijna alle tandartsen in het land gaan meedoen. Daarvoor moet de overtuiging van de beroepsgroep veranderen. En het vergt een omslag in de opleiding van tandartsen en vooral: in de financiering van de tandzorg.
Onthutsend beeld
Cijfers binnen de tandzorg schetsen een onthutsend beeld. Naar schatting tien procent van de Nederlandse kinderen onder de vijf jaar lijdt aan ernstige cariës, dat wil zeggen dat al meer dan zes tanden of kiezen in hun melkgebit zijn aangetast. Dat kan serieuze gevolgen hebben voor het dagelijks functioneren. En ook nadat deze kinderen hun gebit gewisseld hebben blijft het volwassen gebit vaak problematisch, immers het poetsgedrag blijft ongewijzigd. En in 25 jaar tijd is daarin niets veranderd, concluderen de auteurs van een alarmerend artikel in het Nederlands Tandartsenblad (mei 2016). Van alle kleuters van 5 jaar heeft 41 procent tenminste één gaatje.
Het is een blamage, zegt gepensioneerd tandarts James Huddleston Slater, die samen met zijn collega Jo Frencken contact met deze krant heeft gezocht in een poging de impasse te doorbreken. „Cariës is een gedragsziekte”, zegt hij. „We weten al decennia hoe we aantasting van het gebit kunnen voorkomen, maar te veel tandartsen grijpen pas echt in als er al schade is.”
Het kan anders. „Vanaf het eerste tandje in het gebit van een jong kind moet alles erop gericht zijn het gebit gezond te houden”, zegt Jo Frencken. „Er is meer winst te behalen met het voorkomen van ziekte dan met het behandelen van ziekte. Dat geldt overal in de zorg, maar met name in de tandheelkunde.”

Kosten tandzorg bestaan nog veel uit reparatiewerk
Een gaatje vullen is vaak nog maar het begin van een jarenlang traject van nieuwe reparatiekosten, zegt hij. „Na een aantal jaren moet de vulling vervangen worden, of moet er een (dure) kroon op de tand of kies geplaatst worden. Als er niet goed voor wordt gezorgd komt de al dan niet gevulde tand of kies in steeds slechtere conditie. Soms is daardoor een kostbare wortelkanaalbehandeling nodig. Als de kies of tand niet meer te redden is moet hij eruit en krijgt de patiënt vaak een implantaat – wat op zichzelf nog duurder is dan alle voorgaande behandelingen bij elkaar opgeteld.”
Het wonder van Nexø
Dat met preventie heel goede resultaten te behalen zijn, werd voor het eerst duidelijk in wetenschappelijk onderzoek in Denemarken. Het staat bekend als het wonder van Nexø, naar het gelijknamige plaatsje op het afgelegen Deense eiland Bornholm, even ten zuiden van Zweden. Daar werd een systeem van risicopunten ingevoerd, aan de hand waarvan de tandarts kon bepalen of kinderen en hun ouders vaker moesten terugkomen voor meer instructie en uitleg over hoe schade aan het gebit te voorkomen. „Na achttien jaar hadden kinderen uit Nexø tachtig procent minder gaatjes, terwijl de reductie in gaatjes onder kinderen uit Deense controlegemeenten slechts dertig procent was”, zegt Erik Vermaire, tandarts en onderzoeker bij TNO in Leiden. Vermaire promoveerde vijf jaar geleden op een herhaling van dat Deense onderzoek in Nederlandse tandartspraktijken. „De uitkomst van Nexø-studie was destijds zo spectaculair, dat referenten de uitkomst niet geloofden. Daardoor heeft het wel twee jaar geduurd voordat de onderzoekers het gepubliceerd kregen.”
De resultaten van Vermaires herhalingsonderzoek waren iets minder spectaculair. Dat is ook logisch, zegt hij, „want in vergelijking met de jaren tachtig was de gezondheid van het gebit van kinderen sowieso al beter. Maar er is nog veel meer te behalen. Het is zo simpel – dit is echt geen rocket science.”
Op basis van het onderzoek van Vermaire heeft de vereniging het Ivoren Kruis in Nederland de preventiemethode „Gewoon Gaaf!” ontwikkeld. Het bestaat uit een stappenplan voor kinderen van 0 tot 18 jaar waarbij ook weer via een puntensysteem kan worden nagegaan of ouders en hun kinderen gemaakte zelfzorgafspraken nakomen, of dat zij daarbij meer ondersteuning nodig hebben. Zo’n tien procent van de tandartspraktijken werkt er al mee, zegt Vermaire. „De eerste resultaten van het onderzoeksproject Gigagaaf verwachten we in 2021. In dit project stimuleert het